De eerste vriesnachten maken een einde aan de dahliabloei van dit jaar en geven aan dat het nu tijd is om de knollen op te graven en vorstvrij te overwinteren.

U hebt nodig:
Gereedschap en toebehoren: graafvork, snoeischaar, transportcontainer voor afgeknipte knollen, houten kisten of andere geschikte containers voor de opslag, krantenpapier voor de bekleding van de kisten, nieuwe etiketten indien nodig en (vochtig) materiaal voor de afdekking (zand, schorshumus).

• Graaf de dahlia's pas op als de bovengrondse delen van de plant bevroren zijn, zodat de knollen zo lang mogelijk reservemateriaal kunnen opslaan voor de winter en het volgende seizoen.
• Snij de kruidachtige delen af – laat een stuk van de stengels over ongeveer een handbreedte – en composteer.
• Als afzonderlijke variëteiten geëtiketteerd zijn, mag het etiket niet per ongeluk op de compost worden geplakt, maar moet het aan de plant worden bevestigd zodra deze is verwijderd. Als de naam van het ras niet bekend is, noteer dan de hoogte en de bloemkleur op het etiket, zodat volgend jaar opnieuw geschikte combinaties kunnen worden geplant.
• Haal de knollen voorzichtig op met een spitvork, zonder ze te beschadigen. Laat een paar dagen drogen op een luchtige plaats en schud de losse grond eraf. Alleen goed gedroogde, onbeschadigde dahliaknollen in de winter bewaren, anders bestaat er gevaar voor rotting.
• Op een laag papier in houten kratten leggen en overwinteren bij 6 à 12 °C in een donkere ruimte. In vrij droge bewaarruimten afdekken met vochtig zand of schorshumus, zodat de knollen niet uitdrogen.
• Planten in pot kunnen samen met de potten worden bewaard. Overwinter met een bijna droge kluit, maar laat de grond niet helemaal uitdrogen.
• Zet ook de bollen en knollen van canna's, gladiolen, begonia's en andere vorstgevoelige bol- en knolgewassen weg en laat ze koel en vorstvrij overwinteren.