De laatste jaren worden we steeds vaker geconfronteerd met extreme weersomstandigheden, zelfs op onze breedtegraden: stijgende temperaturen, langdurige droogte, zware regenval en zomerstormen. Het wordt steeds duidelijker dat sommige inheemse boomsoorten hier niet (meer) tegen opgewassen zijn, wat betekent dat de toestand van onze bossen bedreigender is dan ooit. Dit is in de eerste plaats een probleem voor de bosbouw, maar veel bomen in tuinen zijn ook niet langer gezond en stabiel. We moeten nu alternatieven vinden voor sparren, beuken en dergelijke - zowel voor buiten als voor parken, tuinen en volkstuinen.

Klimaatbomen voor de huis-tuin moeten bijvoorbeeld niet te hoog worden. Ze moeten sieraspecten hebben zoals weelderige bloesems in de lente of aantrekkelijke herfstkleuren en ook een habitat bieden voor vogels en insecten. Klimaatbomen zijn droogtetolerant en stellen meestal geen speciale eisen aan hun standplaats. Sommige soorten kunnen ook sterke wind verdragen omdat ze zeer diepe wortels en een extreem dicht vezelwortelstelsel hebben. Bovendien zijn sommige klimaatbomen, waaronder de bladverliezende es, ook geschikt voor stedelijke klimaten omdat ze "rookhard" zijn, d.w.z. ongevoelig voor luchtvervuiling en uitlaatgassen.