Ook in kleinere tuinen en zelfs op balkons en terrassen kan een respectabele selectie fruit worden geteeld - met de keuze uit zogenaamde zuil- of dwergfruitbomen. Dit is niet nieuw, maar was in het verleden zelfs de "hoge tuincultuur" in oranjerieën, hof- en kloostertuinen. Maar terwijl het toen vooral ging om fruitvariëteiten die met veel tuinbouwinspanningen "klein gehouden" werden, vergelijkbaar met een bonsaicultuur, zijn er tegenwoordig een groot aantal speciaal veredelde variëteiten die met hun slanke, eerder zwakke groei bijzonder geschikt zijn voor de teelt in containers en tegelijk robuust en gezond zijn. De zogenaamde zuilvrucht wordt gekenmerkt door een geprononceerde centrale as, groeit vooral in de hoogte en slechts in geringe mate in de breedte. De vruchtdragende zijscheuten zijn dus maar kort; de vruchten zijn aan alle kanten goed door de zon beschenen en rijpen gelijkmatig. Het zogenaamde dwergfruit vormt fruitbomen "en miniatuur", d.w.z. een lage stam met een kleine kroon. Ze kunnen allemaal gemakkelijk worden geoogst en zijn zeer decoratief met de bloesem in het voorjaar en de zomervruchten.

• In principe hebben alle fruitbomen een zonnige standplaats nodig, zodat de vruchten goed rijpen.
• De container moet een minimumvolume van 30 liter hebben; hoe groter, hoe beter. Als het volume te klein is, bestaat het gevaar dat de planten vaak en snel uitdrogen, omdat de verdamping van water via de bladeren op warme dagen enorm hoog kan zijn. Hoe groter het volume van de grond, hoe groter de wateropslagcapaciteit en hoe beter de planten zich in de container kunnen ontwikkelen. Grote bakken bieden ook de mogelijkheid tot onderbeplanting, bijvoorbeeld met aardbeien. De beperkte ruimte op het balkon kan zo nog beter worden benut, en het plantendek beschermt de bodem bovendien tegen zonlicht en sterke verdamping.
• Het is belangrijk om een goede waterafvoer in de bak te hebben. Daartoe vult u een laag geëxpandeerde klei van 5-7 cm op de bodem en legt u er een filtermat bovenop. Dit voorkomt dat grond in de drainagelaag wordt gespoeld en deze verstopt raakt.
• Gebruik voor kuipplanten met hun beperkte wortelruimte alleen grond van zeer hoge kwaliteit. Dakgrond, troggrond en natuurlijk potgrond voor planten zijn zeer geschikt; het verdient aanbeveling 10% zand en twee handenvol steenmeel toe te voegen.

• Een balkon of terras heeft gewoonlijk een ander microklimaat dan een tuin. De temperatuur is meestal hoger en de lucht droger, zodat het hele jaar door bijzondere zorg moet worden besteed aan de watervoorziening.
• Controleer balkonvruchten regelmatig op ongedierte en bestrijd vooral bladluizen onmiddellijk, bijvoorbeeld door de plant te besproeien met een zachte zeepoplossing zonder toevoegingen.
• De jaarlijkse snoei beperkt zich tot vormsnoei en het wegsnoeien van overtollige zijscheuten.
• Geef een langzaam vrijkomende meststof aan het begin van de vegetatiefase, d.w.z. rond begin maart; vul de meststof in juni licht bij.
• Om de planten goed de winter door te laten komen, wikkel de potten rondom in met noppenfolie, rietmatten, jute of iets dergelijks voordat de vorst intreedt. Dit helpt snelle, sterke temperatuurschommelingen in de pot te voorkomen, die kunnen leiden tot schade aan de wortels en uiteindelijk tot de dood van de hele plant.