Levkojen, zinnia's, leeuwenbekjes, baardanjers en andere zomerbloemen die van tevoren worden gekweekt, zullen in mei al in bloei staan. Een lichte vensterbank in de flat is geschikt om te zaaien.

U heeft nodig:

1. Zaden: gezonde, kiemkrachtige zaden van bloemsoorten die goed op de vensterbank gekweekt kunnen worden, bijvoorbeeld levkojen, zinnia's, mannelijke kafjes, leeuwenbekjes, baardanjers, meisjesogen, zoete erwt, studentenbloemen of anjers.
2. Gereedschap: gieter met zo fijn mogelijke sproeinevel ("broeikas"), grondzeef met een kleine maaswijdte (ongeveer 4 mm).
3. Toebehoren: groeimedium van goede kwaliteit en bij voorkeur turfvrij (kokosvezelmedium, aangekocht of zelfgemengd groeimedium), zaaibakken (ondiepe zaaibakken, groeiplaten, kleine potjes, opbollende potjes, zelfgemaakte potjes van krantenpapier), afdekmateriaal voor de bakken (doorzichtige folie of foliezakken, grotere huishoudelijke elastiekjes of geschikte glasplaten), plantetiketten.

Ondiepe trays met een goede waterafvoer, kweekplaten (bestaande uit vele afzonderlijke kamers) of, in het geval van relatief grote zaden, kleine potten of zwelpotten zijn geschikt voor het zaaien. Het juiste substraat moet los en doorlatend zijn, rijk aan humus maar arm aan voedingsstoffen; dit laatste om een goede wortelontwikkeling te garanderen. Het is ook bijzonder belangrijk dat de grond vrij is van kiemen om te voorkomen dat de jonge zaailingen door schimmelziekten worden aangetast. Zelf gemengde grond moet daarom worden gesteriliseerd (gedurende 30 minuten bij 100 °C in de oven). Overigens bieden vers opgeworpen molshopen op een niet al te lemige ondergrond een zeer geschikte, grotendeels kiemvrije kweekbodem. Anders is er speciale zaaigrond die precies is afgestemd op de behoeften van de jonge planten. Als de grond bij lage temperaturen in een schuur, kelder of garage is opgeslagen, moet hij vóór het zaaien vroeg worden binnengebracht om op kamertemperatuur te komen.

• Vul het substraat losjes tot aan de rand en strijk het glad, druk het lichtjes aan met de hand of met een stuk hout en besproei het goed met een fijne nevel vóór het zaaien, want later besproeien kan leiden tot het wegspoelen van de zaden.
• Verdeel de zaden zo gelijkmatig mogelijk en zorg ervoor dat er geen zaden overlappen of heel dicht bij elkaar liggen. (Dit werkt goed als ze worden verspreid door ze zachtjes tegen het zaadzakje te tikken). De zaailingen ontwikkelen zich beter als ze genoeg ruimte hebben. Ze groeien meestal sneller, zijn gezonder en ontwikkelen een sterker wortelstelsel.
• Donkere kiemkrachtigen (planten waarvan de zaden alleen kiemen bij voldoende duisternis of waarbij de kieming wordt geremd door licht) na het zaaien overstrooien met een dun laagje aarde; lichte kiemkrachtigen (planten die naast de gebruikelijke factoren water, warmte en zuurstof licht nodig hebben om te kiemen) alleen licht aandrukken.
• Markeer het zaaien met het lege zaadzakje of een etiket.

• Dek de zaaibakken af om het vocht dat nodig is voor de ontkieming op peil te houden. Transparante folie of foliezakken - over de bak gespannen en met rubber vastgezet - of een glasplaat zijn hiervoor geschikt, waarbij de laatste moet worden verwijderd nadat de kieming heeft plaatsgevonden, terwijl folie tot op zekere hoogte met de planten kan "meegroeien". De basisregel voor het vermeerderen van planten (hetzij door zaaien, hetzij via stekken) is dat gestreefd moet worden naar hoge luchtvochtigheid of, zoals de tuinman zegt, "gespannen lucht". Zodra de eerste groene blaadjes zijn uitgelopen, verdampt de plant water - en dit des te meer naarmate de licht- en warmtetoevoer toeneemt. Tegelijkertijd is het wortelstelsel van de jonge plantjes echter nog nauwelijks ontwikkeld, zodat niet voldoende water uit de bodem kan worden opgenomen om het verlies via de bladeren te compenseren. Een hoog vochtgehalte in de omringende lucht gaat dit tegen, omdat het de verdampingssnelheid verlaagt.
• Om te hoge temperaturen te vermijden, ventileer goed op zonnige dagen en schaduw indien nodig. Dit kan bijvoorbeeld op de vensterbank, gewoon met een stuk karton dat tussen de ruit en de planten wordt gelegd. De lucht direct achter een vensterruit warmt zeer snel op bij blootstelling aan zonlicht; temperaturen van 30 °C en meer kunnen snel worden bereikt, wat de tere jonge plantjes zou beschadigen.
• Er moet worden gelet op een evenwichtige verhouding tussen warmte en licht. De temperatuur mag niet te hoog zijn bij bewolkt weer (en bijbehorend gebrek aan licht), omdat de planten onder dergelijke omstandigheden slechts zwakke, dunne, bleke scheuten vormen - ze "worden geel". Om dit te voorkomen en een gedrongen groei met gezonde en sterke scheuten en bladeren te bevorderen, zet u de zaaibakken op donkere dagen op een koelere plaats, maar niet onder 16 °C.