Niewsbrief

Tuinjaar

Vogels voeren

Als de wilde vogels die in dit land overwinteren bij vorst en sneeuw niet voldoende voedsel vinden, of als u de vogels in uw eigen tuin wilt observeren, is bijvoederen aan te bevelen. Het is belangrijk te zorgen voor de nodige hygiëne om de overdracht van ziekteverwekkers te voorkomen en de voedingsgewoonten van de verschillende soorten te kennen.

U heeft nodig:
Accessoires: vogelvoederhuisje of silo, vogelvoer voor de verschillende vogelsoorten, voorraadpot met deksel, handschoentje, warme handschoenen.

Instructies

  • Plaats het voederhuisje op een duidelijke plaats, zodat katten er niet overheen kunnen sluipen en tegelijkertijd de vogels gemakkelijk kunnen worden geobserveerd. Bomen of struiken op gepaste afstand zijn nuttig om dekking te bieden in geval van aanvallen door roofvogels. Hang het voederstation niet op bij glas, aangezien dit een (dodelijk) gevaar kan worden voor de vogels bij het naderen. Het is echter mogelijk de voeders direct naast de ruiten te plaatsen, aangezien de korte naderingsafstanden botsingen minder gevaarlijk maken.
  • Kies voederplaatsen waar de vogels niet in het voer kunnen rondrennen en het niet kunnen bevuilen met uitwerpselen en waar het voer niet door regen, sneeuw en wind doorweekt raakt en vervolgens bederft. Voedersilo's of -automaten kunnen gedurende een langere periode voedsel aanbieden; zij hoeven gewoonlijk alleen vóór en na het winterseizoen te worden schoongemaakt.
  • Open voederbakken regelmatig met heet water schoonmaken en alleen kleine hoeveelheden voer per dag toevoegen.

De keuze van het voeder

  • Zonnebloempitten zijn geschikt als basisvoedsel dat door vele soorten wordt gegeten. Niet gepelde zaden produceren meer afval, maar de vogels blijven langer bij het voederhuisje.
  • Graaneters zoals mussen en vinken (groenling, vink, distelvink of giebel) eten ook andere zaden zoals lijnzaad of hennep.
  • De zogenaamde zachte voedseleters zoals roodborstjes, heggenmusjes, merels, jeneverbessen of winterkoninkjes eten bijvoorbeeld sultanarozijnen, fruit, havermout en zemelen, en dit bij voorkeur op de grond.
  • Mezen en boomklevers zijn ** omnivoren** en voeden zich met beide soorten voedsel. Met name meesjes zijn ook dol op mengsels van vet en zaden, bijvoorbeeld in de vorm van meesjesknoedels.
  • Nooit zout voedsel aanbieden Brood is ook niet aan te bevelen, omdat het opzwelt in de magen van de vogels en ook snel bederft.

Royaal vogelvoederhuisje van keramiek

Klein vogelvoederhuisje om dagelijks te vullen

Voedersilo met grotere toevoer

Maak je eigen meesknoedels

  • 150 g dierlijk vet (bijvoorbeeld rund- of schapenvet, verkrijgbaar bij de slager)
  • 150 g van een graanmengeling (zonnebloempitten, maanzaad, havervlokken, tarwezemelen of ongezouten, fijngehakte noten)
  • een stuk koord

Instructies

  • Verhit het vet voorzichtig in een pan. Niet verhitten boven het smeltpunt, anders ontstaat een onaangename geur.
  • Als het vet zacht is, meng je het graanmengsel erdoor. Voeg een scheutje bakolie toe om te voorkomen dat het vet hard en brokkelig wordt als het afkoelt.
  • Vorm van het afgekoelde maar nog kneedbare mengsel knoedels. Maak een lus om de knoedels aan op te hangen.
  • Hang de volledig afgekoelde knoedels op een plaats die van binnenuit gemakkelijk kan worden bekeken. Kies een schaduwrijke plek, zodat de knoedels niet zacht worden en uit elkaar vallen op zonnige winterdagen.

    Andere onderwerpen

    Onze inheemse zangvogels behoren tot de ijverigste helpers in de tuin als het gaat om de bestrijding van ongedierte zoals bladluizen en andere insecten, rupsen of maden. Alleen al daarom zijn het welkome tuinbewoners die moeten worden beschermd en aangemoedigd. In de zomermaanden is een van de belangrijkste maatregelen het plaatsen van vogelbaden en drinkbakken.

    Ontdek nu