Niewsbrief

Plantenpotten

Een terras is geen bed, een balkon biedt meestal maar een paar vierkante meter, een kamer is geen kas. En toch kunnen al deze ruimtes veel flexibeler voor tuinieren worden gebruikt dan het op het eerste gezicht lijkt: met behulp van plantenbakken. Door planten in bakken te zetten kunnen ze niet alleen in de flat, op het terras of het balkon worden gehouden. Plantenpotten zijn ook nuttig in de tuin, omdat ze kunnen worden gebruikt om specifieke omstandigheden te creëren die in een bed niet zouden voorkomen. Planten met speciale eisen kunnen ook in potten worden gehouden - of niet-harde exoten. Potplanten zijn verplaatsbaar en kunnen worden verplaatst naar een beschutte plaats, vooral in de winter.

Smal en hoog of breed en plat? De perfecte bloempot

Het correct planten van plantenpotten en -kuipen begint met de keuze van de pot: deze moet een geschikte grootte hebben en rekening houden met de groeikenmerken van de plant. Voor sterk groeiende planten kan de plantenpot iets groter zijn. Voor zwakker groeiende planten daarentegen mag hij slechts iets groter zijn dan de kluit, zodat de plant bij regen niet "verdrinkt" in de natte grond. Ook voor planten die de voorkeur geven aan een droge standplaats (zoals vetplanten of sommige mediterrane kruiden) zijn plantenbakken met een klein volume, zoals ondiepe schalen of bakken, een betere keuze. Ook bij het planten van rozen moet rekening worden gehouden met de vorm van de bak. Omdat rozen vooral naar beneden en minder in de breedte wortelen, hebben ze hoge, smalle bakken nodig. Bij bloembollen is het precies omgekeerd: zij wortelen slechts ondiep en kunnen helemaal geen gebruik maken van hogere plantenbakken. Omdat ze meestal in groepen worden geplant, moet de diameter van de container groter zijn. Om wateroverlast te voorkomen, moeten de plantenpotten ook voldoende grote drainagegaten hebben. En kies vorstbestendige bakken voor planten die buiten moeten overwinteren.

Maak het goedje laag voor laag klaar. Plaats de plant

In grote plantenbakken moet eerst een drainagelaag van 5 à 6 cm (van geëxpandeerde klei, kleischilfers of grind) worden opgevuld. Hierdoor kan het water goed weglopen en hoopt het vocht zich bij langdurige regenval niet op in de wortelzone van de plant. Om te voorkomen dat er later grond in de drainagelaag spoelt - dat zou afbreuk doen aan de werking ervan - kunt u er het beste een waterdoorlatende barrière overheen leggen, zoals vliesdoek of iets dergelijks. Let bij de keuze van de potgrond op een zeer goede kwaliteit. Hij moet structureel stabiel zijn, een langzaam stromende depotmeststof bevatten en - om milieuredenen - vrij zijn van turf. Door verschillende materialen te mengen, zoals zand, potgrond, klei, kalk, grind of compost, kan een grote verscheidenheid aan grondsoorten worden gecreëerd. Sterk verdichte kluiten moeten voorzichtig worden losgemaakt of met een mes worden ingesneden voordat de plant in de pot wordt gezet, en te lange wortels moeten worden ingekort. Let er bij het aanvullen van de grond op dat de holtes tussen de kluit en de potwand dicht zijn. Tot slot de plant goed aandrukken en goed water geven.